Doorn Driebergen 1 verliest koppositie

Na de eerste twee ronden gewonnen te hebben was het afwachten of we de koppositie nog een ronde langer vast konden houden. Helaas hadden we weer twee invallers en waren we nu toch wel wat verzwakt zodat het een zware strijd zou worden tegen een gemiddeld erg sterke tegenstander.

Gert Legemaat speelde met wit 1.d4 en kreeg de Cambridge Springs variant van het semi-slavisch op het bord. Dat is een harde noot om te kraken met wit. Om enig openingsvoordeel te krijgen moet wit in de opening steeds de beste zet spelen, anders is het al snel gelijk. Op zet 9 nam Gert op c4 een pionnetje terug met de loper i.p.v. het paard. Dat was in zichzelf niet slecht, maar gaf toch minder kans op voordeel dan nemen met het paard. Na een suboptimale zet van Gerts tegenstander kreeg hij een tweede kans op enig voordeel. Gert zag het goede plan maar door een verkeerde zettenvolgorde kreeg zijn tegenstander de kans door een afruil van loper tegen paard potentiele dreigingen in de kiem te smoren. De stelling vervlakte daarna snel en de partij ging als een nachtkaars uit. Op de 20ste zet bood Gert remise aan wat zijn tegenstander terecht accepteerde: Stockfish waardeerde de beste 10 mogelijkheden voor zwart in de slotstelling allen met een waardering van 0,00, ½-½.

Eric Bies kreeg met wit na verwisseling van zetten een soort Franse verdediging tegenover zich. Zijn tegenstander speelde het op een gegeven moment niet nauwkeurig genoeg. Eric kon z’n slechte loper proberen af te ruilen en daarop moest zwart zijn stelling verzwakken waardoor wit wel duidelijk beter stond maar het vervolg niet echt concreet was. De tegenstander bood remise aan en om niet onnodig te gaan forceren accepteerde Eric dit, 1-1.

Johan de Groot kwam met zwart in een Weense opening terecht, hij probeerde de gebaande paden te ontwijken, maar kwam al snel in een zeer scherpe en gecompliceerde stelling terecht. In de stelling rechts heeft wit net Df3-g3 gespeeld in plaats van het verwachte Dd1. Zwart kan op c2 nemen maar dat geeft wit een gevaarlijke aanval. Johan speelde hier 9… De7 10 fxe5 Ph5?! en daarmee werd het nog onoverzichtelijker. Niet vreemd dat beide spelers ergens de beste voortzetting misten, maar na 18 zetten had Johan de stelling in evenwicht gebracht en accepteerde hij het remise-aanbod van zijn tegenstander, 1½-1½.

Peter Egelie speelde tegen de voorzitter van DBC, hij kwam na enig gepionier slecht uit de opening, wat resulteerde in actief spel van de zwarte stukken op de damevleugel. Daarnaast kreeg zwart ter ondersteuning ook nog een monster van een zwarte loper op g7 die hij later in de partij alleen met pion verlies onschadelijk kon maken. In het middenspel kwam er een forse afruil van stukken wat zijn tegenstander ook nog een vrije randpion opleverde. Toen hij ook nog alle counter kansen van wit wist in te snoeren moest Peter helaas opgeven, 1½-2½.

Rik van Drie leek gaandeweg de partij beter te staan en kansen te hebben. Zijn tegenstander nam echter het initiatief over en kreeg een vrij-pion op d7 en een koningsaanval. Deze directe dreigingen werden Rik teveel en hij ging veel materiaal verliezen en/of mat, 1½-3½.

In de partij van Gerrit Jan Hoevers werd pas op de 17e zet de eerste pion geslagen. Het was een fraai loperoffer van zijn tegenstander. Het gaf hem aanvalskansen tegen zijn koning die hem direct fataal zouden worden bij onnauwkeurig tegenspel maar die ook op langere termijn een succesvolle bestorming beloofde. Het leek Gerrit Jan het beste om van zijn kant een loper terug te offeren maar erg happig was hij niet. Zijn tegenstander versterkte rustig zijn stelling. Ternauwernood wist hij met zijn koning uit de belegering te ontsnappen en toen zijn tegenstander dan toch maar zijn loper nam werd de gesloten stelling geopend, volgde een grote afruil en bleek het initiatief aan Gerrit Jan’s zijn kant te liggen. Sterker nog: hij veroverde een pion en kreeg zo een vrije randpion. Het leek dat die de beslissing zou brengen maar het eind was onverwacht abrupt: Gerrit Jan liet zich pardoes matzetten. Hij had het matpatroon van toren en paard tegen een wat ingesloten koning wel gezien maar dacht dat het schaak van de toren moest komen maar het paard haalde uit, 1½-4½ en hiermee was de wedstrijd al beslist.

Erik Corneth kreeg een Pirc tegen zich. Hij koos voor een rustige opbouw. Vroeg in het middenspel investeerde hij ruim 25 minuten om het juiste plan te vinden. Dat lukte. Zijn tegenstander speelde echter vlijmscherp en pareerde alles. Net toen de stelling in evenwicht leek offerde de zwart speler een stuk voor een gevaarlijke aanval. Gezien de stelling was het niet nodig en ook niet correct maar het zette Erik, ook vanwege weinig tijd door eerdere investeringen, zwaar onder druk. Op zijn tandvlees wist de wit speler te verdedigen. Zwart had op de klok kunnen blijven spelen maar koos voor lang nadenken. Daar kon Erik gebruik van maken en vluggerde naar de winst, 2½-4½. 

Jos Derksen kwam na de opening wat gedrongen te staan. In het middenspel gaf zijn jeugdige tegenstander een kwaliteit voor aanval,  maar dat gaf hem ook tegenkansen. In het eindspel met ieder minder dan een minuut op de klok, werd het spannend. Nadat Jos aanvankelijk  veel ruimer in de tijd zat, kostte het oplossen van de problemen hem teveel tijd en ging hij helaas in een zeer lastige stelling door de vlag, 2½-5½.

De detailuitslagen:
DBC 1 (rat:1808) Doorn Driebergen 1 (rat:1860)5,52,5
1.Apeldoorn van, J.A. (Janton)(2097)Bies, E. (Eric)(1982) 0,5 0,5
2. Dam, T. (Thijs)(2016)Groot de, J.A. (Johan)(1999) 0,5 0,5
3. Smit, M. (Manuel)(1959)Corneth, E. (Erik)(2036) 0 1
4. Smid, J. (Jelle)(1873)Drie van, R. (Rik)(1884) 1 0
5. Veldhorst, B. (Berend)(1814)Legemaat, G. (Gerrit)(1887) 0,5 0,5
6. Berkelaar, D.N. (Dick)(1864)Hoevers, G.J. (Gerrit Jan)(1792) 1 0
7. Kooy, O.F. (Onno)(1833)Egelie, P.L. (Peter)(1681) 1 0
8.Wiersma, C.A.S. (Camiel)(1010)Derksen, J.M.M. (Jos)(1617) 1 0

Reacties zijn gesloten.