HET EERSTE ACHTTAL, SEIZOEN 2014-2015
De eindstand in de 1e klasse B:
Rang | Team | Gesp. | Winst | Gelijk | Verlies | Punten | Bordpnt. |
1 | Moira-Domtoren 2 | 9 | 8 | 1 | 0 | 17 | 44 |
2 | Baarn 1 | 9 | 6 | 1 | 2 | 13 | 41 |
3 | Barneveld 1 | 9 | 5 | 3 | 1 | 13 | 40½ |
4 | DBC 1 | 9 | 4 | 3 | 2 | 11 | 39 |
5 | Doorn-Driebergen 1 | 9 | 3 | 2 | 4 | 8 | 37 |
6 | BSG 3 | 9 | 3 | 1 | 5 | 7 | 33 |
7 | HSG 3 | 9 | 3 | 1 | 5 | 7 | 33 |
8 | Vegtlust 1 | 9 | 3 | 1 | 5 | 7 | 32 |
9 | De Rode Loper 2 | 9 | 2 | 2 | 5 | 6 | 31 |
10 | Woerden 1 | 9 | 0 | 1 | 8 | 1 | 28½ |
De persoonlijke scores:
Spelers | Partijen | Punten | |
Gerrit Jan Hoevers | 9 | 6 | |
Gert Legemaat | 9 | 6 | |
Johan de Groot | 9 | 5½ | Geert Roelof van der Ploeg | 9 | 4½ |
Jos Pak | 9 | 4 | |
Rik van Drie | 6 | 3½ | |
Peter Egelie | 9 | 3 | |
Meinko Ronner | 6 | 2 | Ronald Stomphorst | 2 | 1½ |
Joost Zwaan | 2 | 1 | |
Jos Derksen | 1 | 0 |
Onbeslist tegen De Biltse Combinatie
Het zou leuk zijn als we het seizoen zouden besluiten met een gelijkspel of een overwinning. Dit zou onze positie als middenmoter meer recht doen dan net- niet-gedegradeerd. Dat laatste zou niet passen bij de vele randgevallen waarbij de tegenstander met de winst ging strijken. Ook bij DBC 1 stond er niets meer op het spel en dus kon en zou het een genoeglijke avond worden. Men was galant voor elkaar en er werden grapjes gemaakt over thee en wat er in zat.
Maar de vlotte remise die Peter Egelie werd aangeboden en door hem geaccepteerd was toch niet kenmerkend voor de wedstrijd. Bij Jos Pak was een lastig kruip-door-sluipdoor spel. Bij Jos Derksen lag de stelling open en Jos had het lastig en ook bij Ronald Stomphorst leek het niet goed te gaan; dat wordt straks weer een echte Stomphorstse tijdnoodscene , verwachtte ik. Tot mijn verbazing kreeg Ronald een remise aangeboden ! Mijn verbazing groeide toen ik gerommel hoorde bij bord 1. Gert zal verloren hebben, dacht ik. Ik had gezien dat hij in de verdrukking was geraakt en een nare vrijpion achter stond. Maar Gert heeft de laatste wedstrijden enkele ontsnappingstrucs laten zien die Hans Klok zo in zijn show kan opnemen. Ook nu glunderde hij. Remise ? Nee, hij had zelfs gewonnen; zijn tegenstander was in een mooie val getrapt.
We stonden voor, maar niet lang:” mijn dame weggegeven” mopperde Jos Derksen, kwaad op zichzelf. Remise bij de andere Jos en intussen rukten de pionnen van Gerrit Jan Hoevers richting de zwarte koning en veroverden daar een loper. Zouden we dan toch winnen? Ook Geert Roelof v.d. Ploeg was langzaam maar zeker in een aanvalspositie gekomen maar de zaak was geenszins duidelijk. Duidelijk was wel dat beide spelers in tijdnood raakten; remise voor alle zekerheid. Bij de stand 4-3 keken we hoopvol bij Johan; die is toch goed voor minstens een halfje ? Deze keer niet. Had hij te veel gewaagd ? Ach, het naadje van de kous hoefden we niet te weten. Een gelijkspel tegen deze sterke tegenstander was toch een mooie afsluiting.
Doorn-Driebergen 1 | – | DBC 1 | 4 – 4 |
1. Gert Legemaat 1922 | – | Paul van der Klein 2089 | 1 – 0 |
2. Johan de Groot 1960 | – | Henk Kuyer 1846 | 0 – 1 |
3. Geert Roelof van der Ploeg 1795 | – | Jan Schepers 1833 | remise |
4. Gerrit Jan Hoevers 1839 | – | Dick Berkelaar 1766 | 1 – 0 |
5. Ronald Stomphorst 1725 | – | Ben van der Laan 1820 | remise |
6. Peter Egelie 1723 | – | Ron Smit 1715 | remise |
7. Jos Derksen 1614 | – | Frank Dujardin 1702 | 0 – 1 |
8. Jos Pak 1696 | – | Nolan Wijenberg 1520 | remise |
Puntje tekort tegen kampioen Moira Domtoren 2
Bij winst zou Moira Domtoren 2 kampioen zijn. Een te zware tegenstander voor een middenmoter als DD ? Gemiddeld hadden zij slechts één bordpunt per wedstrijd meer dan wij dus het verschil was niet zo groot. Ze begonnen wat nonchalant voor een kampioenskandidaat. De borden 2 en 3 lieten op zich wachten. De opponent van Geert Roelof v.d. Ploeg verscheen pas na ruim een half uur en kreeg toen ook nog eens een subtiele variant van het frans voor zijn neus.
Toch deelde Moira de eerste klap uit. Joost Zwaan die eerder op de avond had opgemerkt dat vrouwen toch anders schaken dan mannen , hij de man van de finesses kreeg Lena de Kraker tegenover zich. Na ruim een uur was Joost k.o. een technische k.o. want hij was nog voldoende bij zinnen om Lena met haar spel te complimenteren. Deze winst was voor haar naamgenoot reden om Gerrit Jan Hoevers remise aan te bieden maar die was gekomen om te schaken, niet om te analyseren. De strijd was ontbrand. Gert Legemaat keek aan tegen in het vrije veld oprukkende pionnen; dreigend maar ook een goed doelwit.
Na zijn vertraagde entree ging de tegenstander van Johan de Groot flink te keer maar Johan hield het hoofd koel. Bij Jos Pak was de stelling overzichtelijk maar Jos leek het initiatief te hebben. Rik van Drie had zoals altijd een veelbelovende stelling maar bij Peter Egelie was het al mis gegaan. Met kunst en vliegwerk probeerde hij staande te blijven. Het is hem niet gelukt en opeens ging het snel; onverwacht verlies voor Rik, remise bij Jos. Moira had nog één punt nodig voor het kampioenschap. Gert redde zijn partij nog op miraculeuze wijze, Johan en Geert Roelof wonnen. In de laatste partij probeerde Gerrit Jan nog in de aanval winst te halen uit een stelling die nuchter bezien op instorten stond . Maar ondanks grote tijdnood verdedigde de ander zich goed en bood net als aan het begin van de avond remise aan. Waarom pogen hem door de vlag te jagen; er stond voor ons niets op het spel ? Moira was kampioen; ook in deze wedstrijd had ze één punt meer gescoord dan DD.
Moira Domtoren 2 | – | Doorn-Driebergen 1 | 4½ – 3½ |
1. Wouter le Le Fevre 1809 | – | Gert Legemaat 1922 | remise |
2. Kasim Wandy 1783 | – | Johan de Groot 1960 | 0 – 1 |
3. Maarten Mellegers 1758 | – | Geert Roelof van der Ploeg 1795 | 0 – 1 |
4. Johnny de Kraker 1874 | – | Gerrit Jan Hoevers 1839 | remise |
5. Kees Pafort 1848 | – | Rik van Drie 1871 | 1 – 0 |
6. Lena de Kraker 1814 | – | Joost Zwaan 1738 | 1 – 0 |
7. Jorn van Beek 1777 | – | Peter Egelie 1723 | 1 – 0 |
8. Paula Vennix 1875 | – | Jos Pak 1696 | remise |
Forse winst op De Rode Loper 2
Na een uur spelen waren de vooruitzichten gunstig. Gert had de stukken van de ander uit positie gespeeld; bij Johan waren de contouren zichtbaar van een aanval op zwakke pionnen; Geert Roelof had een pion gegeven voor een langdurig initiatief; Gerrit Jan bestormde de vijandelijke koningsveste; Rik leek vanuit een teruggetrokken positie vitale velden te bezetten; Peter manoeuvreerde tegen geïsoleerde pionnen; Ronald verdedigde hardnekkig een pluspion en Jos leek zijn opponent te gaan g-lijnen. Ronald?! Waar was Meinko ? Hij voelde zich te slecht in vorm en meende het team het beste te kunnen helpen door zijn plaats af te staan.
Goede vooruitzichten, maar de winnende zetten moeten toch één voor één in een lange reeks gevonden worden. Gerrit Jan had de minste problemen met zijn iets te makke tegenstander. Bij Rik was de stelling vastgelopen : remise. Johan won fraai het altijd remise-achtige toreneindspel. Gert veroverde een kwaliteit en dat was het beging van het einde. Wat doet Peter daar ? Geeft in prima stelling een toren weg. Hij is gestopt met roken, een ingrijpende aanslag op zijn gestel. Zoiets kun je maar beter buiten het seizoen doen. Nu is hij even zichzelf niet meer. Maar Geert Roelof was met al zijn stukken bij de vijand binnengerukt en pakte daar het winnende punt. Winst aan de eerste vier borden en remise aan bord vijf. De top is top , zo vatte Johan het gebeuren samen. Nu konden Ronald en Jos ontspannen naar de winst zoeken. Even leek Ronald de winst vlot weg te geven maar hij redde het. Jos bleek evenwel uitgeput. Hij had de hele avond zitten rekenen maar kon de winst combinatie niet vinden. Nu hing hij groggy in de touwen maar zijn tegenstander, in hoge tijdnood, had ook de kracht niet meer om hem KO te slaan en bood remise aan. We hebben ons ook dit seizoen weer gehandhaafd in de eerste klasse.
Doorn-Driebergen 1 | – | De Rode Loper 2 | 6 – 2 |
1. Gert Legemaat 1922 | – | Mike Harzevoort 1867 | 1 – 0 |
2. Johan de Groot 1960 | – | Hans Nijland 1749 | 1 – 0 |
3. Geert Roelof van der Ploeg 1795 | – | Eric van Aart 1778 | 1 – 0 |
4. Gerrit Jan Hoevers 1839 | – | D. Weustenraad — | 1 – 0 |
5. Rik van Drie 1871 | – | Peter Das 1687 | remise |
6. Peter Egelie 1723 | – | Hans Bernink 1782 | 0 – 1 |
7. Ronald Stomphorst 1725 | – | Jeroen Weelink 1664 | 1 – 0 |
8. Jos Pak 1696 | – | Hendrik Aldenberg 1586 | remise |
Derde nederlaag op rij, nu tegen HSG 3
Met de staart tussen de benen naar huis. Dit zou er volgens Johan de Groot boven het verslag moeten komen. Daarin werd samengevat dat we waren verslagen en dat de staart van het team deze keer jammerlijk weinig punten had verzameld. Johan kon nog grapjes maken. Hij had gewonnen ook al had zijn tegenstander de gespeelde variant uitgebreid bestudeerd. Gerrit Jan Hoevers kon de woordspeling wel waarderen. Ook hij had de juiste stemming na zijn winst. Rik van Drie is er de man niet naar om zo uitgelaten te zijn na een overwinning. Maar Geert Roelof van der Ploeg had behoefte aan een schouder om uit te huilen. En de teamleider Gert Legemaat was ook enigszins bedrukt dat hij nergens winst had gezien in die op het oog gatenrijke K-stelling. Meinko Ronner en Jos Pak waren ook wat timide na hun verlies. Kansen hadden ze natuurlijk wel gehad maar ook gegeven en het waren de tegenstanders die ze resoluut hadden gegrepen.
De taak was duidelijk volgens de teamleider: winnen. Dan zouden we veilig zijn. Op papier moest dit kunnen; HSG 3 zat duidelijk onder ons . Maar ook zij hadden als parool meegekregen: winnen, dit is wellicht onze laatste kans om degradatie te voorkomen. Er is gevochten; beide teams hebben alles gedaan dat sportieverwijs mogelijk is. Wij hadden zelfs Peter Egelie en Meinko van plaats laten wisselen opdat Peter wit zou hebben. Het mocht niet baten. Tot in de laatste seconden probeerde Peter zijn tegenstander te verleiden tot onnadenkendheid in gevlugger. Het hielp niet. Met de staart tussen de benen togen we huiswaarts. Het is niet alleen een mooie kopzin; het is ook een goede staartzin.
HSG 3 | – | Doorn-Driebergen 1 | 5 – 3 |
1. Guido van Leen 1774 | – | Gert Legemaat 1922 | remise |
2. Rob van der Waall 1831 | – | Johan de Groot 1960 | 0 – 1 |
3. Gabri van de Schootbrugge 1785 | – | Geert Roelof van der Ploeg 1795 | 1 – 0 |
4. Gilbert Noel 1772 | – | Gerrit Jan Hoevers 1839 | 0 – 1 |
5. Mirko Lukacs 1736 | – | Rik van Drie 1871 | 0 – 1 |
6. Arno de Visser 1723 | – | Meinko Ronner 1706 | 1 – 0 |
7. Gerard Wagenaar 1813 | – | Peter Egelie 1723 | 1 – 0 |
8. Richard Sanchez 1641 | – | Jos Pak 1696 | 1 – 0 |
Laat onderuit tegen BSG 3
Verslaggever : Gerrit Jan Hoevers
Onreglementaire zet!? Wedstrijdleider!! Peter Egelie had in de tijdnood van zijn tegenstander een schaak over het hoofd gezien. Onreglementaire zet!? Wedstrijdleider!! Bij Gerrit Jan Hoevers gebeurde even later precies hetzelfde. Het geroep typeerde de nerveuze spanning bij de Bussummers die in de laatste fase van de wedstrijd hun voorsprong dreigden te verliezen. Die was opgebouwd in rustiger tijden door een misgreep van Rik van Driel en veel pionverlies bij Meinko Ronner. Daartegenover stond alleen de mooie winst van Jos Pak terwijl Gert Legemaat een gedegen remise had bereikt. Aan de vier overgebleven borden woedde een hevige strijd.
In tijdnood liet Johan de Groot zijn tegenstander ontsnappen; zocht Geert Roelof van der Ploeg zijn heil in een remiseaanbod en jaagden Peter en Gerrit Jan op de zwarte koning. Een jacht langs de afgrond waarin zij alleen oog hadden voor het aangeschoten wild en in hun bloeddorst tot de orde werden geroepen met een “wedstrijdleider!!”.Deze dient dan de onverlaten te straffen door de tegenstander 2 extra minuten toe te kennen. Maar hoe doe je dat op zo’n ongenaakbare digitale klok? Toen dat probleem eindelijk was opgelost was de nerveuze spanning geweken en was duidelijk dat Peter in het vervolg weinig meer in te brengen had. Bij Gerrit Jan was het verzetten van de klok niet eens nodig. Het reglement, “aangeraakt is zetten”, dwong hem zijn gewonnen stelling op te geven voor een remiseafwikkeling.
Naar mijn gevoel heeft er meer in gezeten, verzuchtte Gert na afloop. Gerrit Jan kon dit alleen maar beamen denkend aan het pijnlijke slot. Maar door zijn hoofd spookte toch de opmerking van een rationele omstander die zei dat hij in zijn jacht zelf ontsnapt was aan mat in drie.
Doorn-Driebergen 1 | – | BSG 3 | 3 – 5 |
1. Gert Legemaat 1922 | – | Bert Kieboom 1993 | remise |
2. Johan de Groot 1960 | – | Rein Brouwer 2080 | remise |
3. Geert Roelof van der Ploeg 1795 | – | Bert Balke 1865 | remise |
4. Gerrit Jan Hoevers 1839 | – | Eddy v.d. Velde 1843 | remise |
5. Rik van Drie 1871 | – | Rik Weidema 1800 | 0 – 1 |
6. Peter Egelie 1723 | – | Ruben Piel 1764 | 0 – 1 |
7. Meinko Ronner 1706 | – | R.K. van Swinhoven 1766 | 0 – 1 |
8. Jos Pak 1696 | – | Melchior Brandenburg 1717 | 1 – 0 |
Nederlaag tegen Baarn 1
Verslaggever : Gerrit Jan Hoevers
Ik zag hoe naast mij Rik van Drie als eerste overtuigend won; niets overhaast, rustig en toch snel. Ik zag ook hoe aan mijn andere zijde Geert Roelof van der Ploeg tevergeefs probeerde zijn tegenstander in de aanval op te rollen. Ik zag hoe Johan de Groot zich neer moest leggen bij remise door herhaling van zetten. Ik zag ook nog hoe Jos Pak aan het eind van de avond, bijna door iedereen verlaten, een gewonnen eindspel in remise liet verzanden
De wedstrijd was toen al verloren. Hoe is het gegaan ? vroeg ik de anderen om nog iets in het verslag te kunnen zetten. En dan komen de bekende verhalen van foutjes, kleine foutjes die toch beslissend waren. En maar in één geval, bij Peter Egelie werden die foutjes gemaakt door de tegenstander.
Foutjes, zo worden de partijen beslist; het is niet anders. Ik hoefde mezelf niets te vragen. Ik wist precies wat er was gebeurd, zet na zet. Op weg naar huis en thuis achter het bord vroeg ik me af hoe ik een naar mijn gevoel gewonnen stelling zo snel kon verknoeien ? Door de moeilijkheden te onderschatten, bleek in het holst van de nacht. Ik heb de slaap niet snel kunnen vatten. Was ik de enige ?
Doorn-Driebergen 1 | – | Baarn 1 | 3 – 5 |
1. Gert Legemaat 1899 | – | Pascal Losekoot 2153 | 0 – 1 |
2. Johan de Groot 1956 | – | Ashley Krishnasing 2020 | remise |
3. Geert Roelof van der Ploeg 1795 | – | Yme Brantjes 2040 | 0 – 1 |
4. Gerrit Jan Hoevers 1832 | – | Daan Lensink 1851 | 0 – 1 |
5. Rik van Drie 1857 | – | Marco Meijer 1849 | 1 – 0 |
6. Peter Egelie 1725 | – | Kasper Wiegers 1850 | 1 – 0 |
7. Meinko Ronner 1684 | – | Ed Duister 1791 | 0 – 1 |
8. Jos Pak 1710 | – | Michiel van Schaik 1690 | remise |
Remise in Barneveld
Remise ? Jos Pak nam het aanbod direct aan. Dit was het resultaat waarop hij hoopte. Hij was in een moeilijk dame-eindspel beland dat op den duur verloren leek, maar wat is op den duur tegenwoordig ? Het moet worden uitgevluggerd en schattingen “wie promoveert als eerste” moeten in een flits gemaakt worden. Zijn tegenstander nam het zekere voor het onzekere en bepaalde zo de eindstand op 4-4. Zijn ploegmakkers morden wat; de eindstelling was toch gewonnen!?
Toch was gelijkspel een goede uitslag. Het zat ons mee in die laatste partij maar tevoren had Gerrit Jan Hoevers zich zomaar mat laten zetten in een ingewikkelde stelling die velen tevoren op remise hadden getaxeerd. De herhaling van zetten bij Johan de Groot en bij Geert Roelof van der Ploeg wees ook al op evenwicht.( Bij Geert Roelof kwam er een klassiek dubbel-loperoffer op het bord : Lh7-Dh5-Lg7 maar er bleven te weinig stukken over voor de genadeslag.) En ook de remise van Meinko Ronner was een model van een gelijk opgaande strijd.
De winstpunten kwamen van Gert Legemaat en Rik van Drie. Gert had als een volleerd judoka de aanval van de ander overgenomen en Rik had in zijn favoriete opening al snel een stuk gewonnen. Dit had de veerkracht van zijn tegenstander niet gebroken maar een stuk is een stuk en op den duur gaat dit tellen. Tegenover de winst stond het genoemde verlies van Gerrit Jan die verbouwereerd naar het mat keek ; even verbouwereerd was Peter Egelie. Hij had met alles rekening gehouden, zo zei hij, behalve met verlies.
Al met al staat DD 1 na drie ronden even op kop !
Barneveld 1 | – | Doorn-Driebergen 1 | 4 – 4 |
1. Bruun van de Laar 1792 | – | Gert Legemaat 1899 | 0 – 1 |
2. Ewoud ’t Jong 2114 | – | Johan de Groot 1956 | remise |
3. Kevin van Brummelen 1989 | – | Geert Roelof van der Ploeg 1795 | remise |
4. Robin van Ee 1996 | – | Gerrit Jan Hoevers 1832 | 1 – 0 |
5. G. van Surksum 1891 | – | Rik van Drie 1857 | 0 – 1 |
6. Jan Lambooy 1736 | – | Meinko Ronner 1684 | remise |
7. Andries van Dulken 1740 | – | Peter Egelie 1725 | 1 – 0 |
8. Marcel Janssen 1746 | – | Jos Pak 1710 | remise |
Opnieuw succes voor het eerste team tegen Vegtlust 1
Dit keer zat het allemaal eens mee. We moesten aantreden zonder Rik van Drie maar Vegtlust had een topspeler van nog zwaarder kaliber niet meegekregen.
Gert kreeg een andere topspeler tegenover zich en werd van het bord gespeeld. Maar met een schwindel waarop hij het patent lijkt te hebben bracht hij de ander zo in verwarring dat deze meende te moeten berusten in het feit dat zijn koning niet aan eeuwig schaak kon ontsnappen. Ten onrechte maar de remise was een feit. Dit bracht de stand op een comfortabele 2 ½ – ½ , want Gerrit Jan had een iets te voorzichtig opererende tegenstander in een koningsaanval onder de voet gelopen en Joost verzilverde de winst met een “lijfvariant” zonder dat zijn tegenstander tot spel kwam.
Na een kleine terugval door het verlies van Geert Roelof leken de punten als rijpe appels van de boom te gaan vallen. Overal stond men of gewonnen of men had de tegenstander in een houdgreep. Maar toen bleek de vechtlust en oh wee daar ging het mis. Meinko gaf een veroverde loper zomaar pardoes weer terug. Gelukkig bleef een eenvoudig te winnen toreneindspel over; maar ja, toreneindspelen zijn berucht en er was niet veel tijd meer. Meinko maakte de partij elegant uit.
Het winnende punt kwam van Johan die zijn sterke tegenstander had verstrikt in een complexe variant. We konden nu in alle rust kijken hoe het bij Peter en Jos af ging lopen. Spectaculair was het slot bij de eerste : matdreigingen over en weer, en de tegenstander met slechts seconden op de klok heeft het initiatief. Ontloopt Peter eeuwig schaak, laat die zich nog mat zetten ? Tricky business. Remise op voorstel van Peter. Remise werd toen ook de partij van Jos. Beide spelers hadden elkaar in een houdgreep en het zou nog een tijd duren om die te ontwarren; waarom die moeite nog doen. De ferme overwinning van DD was immers al een feit.
Doorn-Driebergen 1 | – | Vegtlust 1 | 5½ – 2½ |
1. Gert Legemaat 1899 | – | Gerrit Harmsen 2025 | remise |
2. Johan de Groot 1956 | – | Pieter van den Oord 2045 | 1 – 0 |
3. Geert Roelof van der Ploeg 1795 | – | Chris Regeling 1791 | 0 – 1 |
4. Gerrit Jan Hoevers 1832 | – | Adriaan Fournier 1695 | 1 – 0 |
5. Joost Zwaan 1745 | – | Maarten Post 1800 | 1 – 0 |
6. Peter Egelie 1725 | – | Daan van Winsen 1659 | remise |
7. Meinko Ronner 1684 | – | Radin Karami — | 1 – 0 |
8. Jos Pak 1710 | – | Andre Lindenbergh 1644 | remise |
Nuttige zege in Woerden
Op weg naar Woerden wogen we onze kansen. Zij net gedegradeerd naar de eerste klasse; wij net niet gedegradeerd; een klasse verschil dus ?
Toch ging de strijd gelijk op. Weliswaar bleek de winst van een dame tegen twee paarden en wat pionnen voor Jos Pak uiteindelijk onvoordelig en moest Joost Zwaan “een klein foutje ” bezuren maar daar stonden een gedegen remise van Meinko Ronner en overtuigende overwinningen van Peter Egelie, Gert Legemaat en Gerrit Jan Hoevers tegenover. We stonden met 3 ½ – 2 ½ voor. Uit de resterende partijen van Geert Roelof van der Ploeg en Johan de Groot moet toch een halfje kunnen komen ! Zo diep zal de schrik van het vorig seizoen er nog in dat we blij waren met een gelijkspel tegen deze zware tegenstander. Nee, zei Gert, we moeten winnen ! Geert Roelof heeft een mooie aanval en Johan heeft een pion minder maar het is een onoverzichtelijke stelling. En de teamleider had gelijk. Er was geen sprake van een klassenverschil. Woerden had al degraderend sterke spelers verloren die liever in een hogere klasse bleven spelen dan het leed met de club delen.
We zagen hoe Geert Roelof in de aanval eerst een dame tegen een toren won, dit voordeel nog verder uitbouwde en hoe zijn tegenstander eindelijk de ongelijke strijd staakte. We hadden gewonnen. Misschien knapte op dat moment ook iets in de concentratie bij Johan. In een zeer complexe situatie waarin aanval en tegenaanval elkaar in evenwicht hielden en de tegenstander in tijdnood was liet hij zo maar een toren en prise staan.
Woerden 1 | – | Doorn-Driebergen 1 | 3½ – 4½ |
1. Bas Verberne 1833 | – | Gert Legemaat 1899 | 0 – 1 |
2. Marcel van Oort 1817 | – | Johan de Groot 1956 | 1 – 0 |
3. Ad Goes 1727 | – | Geert Roelof van der Ploeg 1795 | 0 – 1 |
4. Wim Veelenturf 1624 | – | Gerrit Jan Hoevers 1832 | 0 – 1 |
5. Henk de Heer 1711 | – | Peter Egelie 1725 | 0 – 1 |
6. Peter Dupain 1701 | – | Joost Zwaan 1745 | 1 – 0 |
7. Hans Tuit 1698 | – | Meinko Ronner 1684 | remise |
8. Henk Dankers 1688 | – | Jos Pak 1710 | 1 – 0 |