Doorn Driebergen 1 wint van BSG 1

Tegen het gelijkwaardige BSG ging het om verder los te komen van de onderste posities. Met nog wedstrijden tegen de nr 1 en 2 uit de poule voor de boeg, zou enige marge fijn zijn. Met een invaller voor de schrijver van dit verslag, werd het een spannende wedstrijd.

(De volgorde van de resultaten is helaas niet bekend.)

Guido Grünbauer viel in en kreeg een stelling op het bord welke hij nog niet eerder had gehad. Hij hield de stelling gesloten om op een later moment te proberen om de damevleugel de stelling open te breken. Dit deed hij echter niet goed waardoor er een gevaarlijke e pion opstoomde. Gelukkig wist zijn tegenstander niet de goede opvolging waarna er een afruilfase was en daarbij bleef een eindspel met ongelijke lopers over, waarna het remise aanbod werd geaccepteerd.

Peter Egelie kreeg met de zwarte stukken op bord 7 de van Geet opening op het bord. Na tegenovergestelde rochades (wit kort, zwart lang) wist hij lange tijd het evenwicht te bewaren. Daarna wist de witspeler (een aanvalsspeler pur sang) de druk steeds maar weer op te voeren. Een dubbel pionoffer ( g en f pion ) en verdubbeling van de torens op de g-lijn moest zwart tegenkansen gaan opleveren. Het resulteerde in een witte konings-wandel die van het veld g1 op a4 kwam te staan. Na een lichte stukken ruil kon Peter de voor de troepen uitgeschoven koning voor de keuze stellen eeuwig schaak of mat, met een zet herhaling als gevolg.

Op bord 6 speelde het duel der Rikken: Rik van Drie tegen Rik Weidema. Rik (van Drie) had een makkelijke avond omdat zwart al op de 7e zet een positionele grafzet deed. Hierdoor kreeg wit een sterk paard op d6 waardoor zwart zijn loper en toren op de damevleugel niet kon ontwikkelen. Toen zwart dat had opgelost ten koste van een pion en een dubbele a-pion kon wit gaan oprukken met zijn vrije c-pion. Dat deze niet verder kwam dan c5 was te wijten aan een blunder van zwart, hij overzag een mat in 1. Voordat wit deze op het bord kon brengen gaf zwart al op. 

Gert Legemaat maakte, bij ontstentenis van Eric Bies, na jaren zijn rentree aan bord 1. Met Mark Grondsma, rating 2133, kreeg hij bepaald geen kinderachtige tegenstander. Grondsma opende met het Weens maar wist in de opening niet veel te bereiken. Een koningsaanval, ingeluid door Ph5, werd door Gert in de kiem gesmoord met de zetten Kh8 en Tg8. Grondsma wilde vervolgens ijzer met handen breken maar dat brak hem zuur op. Met de manoeuvre Le6-f5-e4 transformeerde Gert zijn passieve witveldige loper in een geweldenaar en toen hij daarna met g5! De lijn naar de zwarte koning kon openen had hij een volledig gewonnen stelling in handen. De vis op het droge trekken was echter een ander verhaal. De stelling zat nog vol met tactische mogelijkheden en toen Grondsma met loper en dame mat op h7 dreigde vond Gert de juiste (winnende) voortzetting niet en verloor alsnog. “Altijd gewonnen staan, nooit winnen” schrijft Jan Hein Donner in “De Koning”, daar kan Gert zich bij aansluiten want het winnen van gewonnen stellingen gaat hem dit seizoen slecht af. Dat gaat op den duur tussen de oren zitten: “Ik houd van alle stellingen. Geef mij een moeilijk positiespel, ik zal het spelen. Geef mij een slechte stelling, ik zal haar spelen, ingewikkelde stellingen en saaie remisestellingen, ik houd ervan en zal mijn uiterste best doen. Maar glad gewonnen stellingen, daar kan ik niet tegen” (Jan Hein Donner, De Koning).

Johan de Groot kreeg een tegenstander die koos voor een Siciliaanse Rouzer-opstelling. Johan stelde hem met zijn 11e zet De1 voor problemen waar hij niet het goede antwoord op vond, waardoor Johan een pion kon winnen in een betere stelling. Zwart kon daarna wel consolideren, en opnieuw moest Johan iets bedenken om het voordeel vast te houden. Hij richtte zijn pijlen op het zwakke punt h6 en wist zo een kwaliteit voor te komen. Het bleef echter hard werken, want zwart had een sterk pionnencentrum dat dreigde door te breken, zoals te zien is in de stelling:

Johan vond hier de beste zet, 37 g4!, waarmee wit tijdelijk een pion offert, maar wel ..e4 voorkomt. Het vervolg was 37.g4! fxg4 38.Te4 g3 39.Tg4 Th6 40.Th1 g2 41.Txg2 e4 42.Tg5+ Pe5 43.dxe4+ en zwart gaf op wegens Te1+ met stukwinst. Een overwinning in drie etappes!


Erik kreeg voor de zoveelste keer d4 tegen zich en antwoordde hij dus wederom met zijn vertrouwde verdediging. De witspeler offerde een pion om te voorkomen dat zwart kort kon rokeren. Aangezien lang rokeren erg onaantrekkelijk was, was er zeker van compensatie te spreken. Erik kon echter door onoplettendheid van zijn tegenstander de witveldige loper tot ruil dwingen waarna hij alsnog kon rokeren en een gezonde pion voorstond. Na wat schermutselingen in het middenspel kon zwart de stelling openbreken en dat kwam zijn loper paar ten goede. In de afwikkeling won Erik een kwaliteit en haalde hij met zijn doorgeschoven pion alle muziek uit de witte stelling. 

Jaap Bij de Vaate speelde (met wit) een ingewikkelde partij met een ongewone opening. Vanaf zet 4 was hij op eigen inzicht aangewezen en dat kostte deze keer veel bedenktijd. Omdat zwart in het eerste deel van de partij zeer snel speelde, kreeg Jaap geen moment gelegenheid om zijn gedachten te verzetten. Dat zou hem aan het eind van de partij lelijk opbreken. Maar door het snelle spel behandelde zwart de opening niet optimaal, zodat Jaap na een zet of 15 een gezonde pion voorstond bij betere stelling. Toen ook de dames en torens van het bord gingen, en zwart niet veel meer kon dan zijn stukken wat heen en weer te spelen, ontstond er een eindspel dat gemakkelijk gewonnen zou moeten zijn. Maar Jaap koos eerst een plan dat niet effectief was, waardoor de stukken van zwart weer wat adem kregen. Toen hij eindelijk na lang piekeren toch een winstweg meende te vinden, was hij inmiddels zo ‘daas’ dat hij twee zetten verwisselde. Daarmee werd een cruciale pion weggeblunderd en stond hij meteen verloren. Dat hij daarna ook nog eens een stuk weggaf, versnelde het einde.  

Jon van Midde speelde ook tegen een invaller. Met verwisseling van zetten probeerde Jon de Russische verdediging te omzeilen. Een gevaarlijk lijkende dubbelaanval met Dd5 ( aanval op de ongedekte  Ta8 en Lh5) was een slag in de lucht, want deze kon met een eenvoudige tussenzet via afruil worden gepareerd. Daarna werd wederom in krappe bedenktijd op voorstel van wit tot remise besloten. Voor het team was het gelukkig nog wel een belangrijke bijdrage aan het eindresultaat.

De detailuitslagen:
Doorn Driebergen 1 (rat:1859) BSG 1 (rat:1890)4,53,5
1.Legemaat, G. (Gerrit)(1880)Grondsma, M.B. (Mark)(2133) 0 1
2. Groot de, J.A. (Johan)(1997)Engen van, H.J. (Herman)(2011) 1 0
3. Corneth, E. (Erik)(2046)Slisser, T. (Theo)(1980) 1 0
4. Vaate bij de, J. (Jaap)(2019)Piel, R.J. (Ruben)(1954) 0 1
5. Grünbauer, G.C. (Guido)(1465)Wagener, F.O.O. (Florian)(1843) 0,5 0,5
6. Drie van, R. (Rik)(1897)Weidema, R. (Rik)(1747) 1 0
7. Egelie, P.L. (Peter)(1678)Disselhoff, R.M.L. (Rob)(1824) 0,5 0,5
8.Midde van, J.P. (Jon)(1891)Olislagers, J. (Jeroen)(1625) 0,5 0,5

Reacties zijn gesloten.