1e Team wint ook tweede wedstrijd

Met twee (goede) invallers speelden wij thuis tegen De Giessen en Linge 1.

Han de Wit hoorde een half uur voor de aftrap of hij wilde invallen, kwam in een voor hem bekende Scandinavische opening, wist de zwarte loper af te ruilen en scoorde het eerste halve punt na 27 zetten in een stelling die voor beide partijen geen directe winstkansen meer bood, ½-½.

Gerrit Jan Hoevers viel ook in. Speelde een degelijke partij en haalde het volle punt binnen, 1½-½.

Jon van Midde kreeg een gambiet tegen zich. Zijn tegenstander koos na 1 e4, e5 2.Pf3 voor het dubieuze ….d5 Er volgde Pxe5 ( exd5 is ook mogelijk) met voordeel voor wit. Maar toen hij een zet of wat later even vergat ( hij had het eerst wel gezien…)  dat zwart met zijn paard een pion op d4 kon nemen, leek Leiden voor de witten meteen in last… De pion minder kreeg hij wat later met goed getimed spel terug en zwart stond met een geïsoleerde dubbelpion slechter.  Toen zijn opponent ook nog een toren ongedekt op e8 zette om mijn paard op e4 te pennen ( Jon had Te1 ongedekt staan) werd het de bedrieger bedrogen, want ik kon nu zelf met een eenvoudige aftrekaanval Pe4-d6+ doen, wat gevolgd zou zijn door Te1xe8, als zwart nog had doorgespeeld.., 2½-½.

Erik Corneth speelde klassiek Hollands. Hij kwam niet goed uit de opening en offerde daarom een pion voor spel. Dit bleek achteraf niet correct maar zijn tegenstander vond gelukkig niet de juiste weerlegging. Even later offerde de wit-speler 2 lichte stukken voor nog één pion en een toren. Hij bleef echter over met zwakke witte velden en die gaven Erik een mataanval. Wit probeerde nog wat terug te doen maar het was te laat, 3½-½.

Johan de Groot Johan kreeg een Siciliaanse partij op het bord. Hij wist in de opening een ontwikkelingsvoorsprong te realiseren, wat kansen bood en zijn tegenstander al snel tot een remise-aanbod bewoog. Johan speelde door maar het lukte niet om gaten te vinden in de zwarte verdediging. Uiteindelijk kwam er eindspel met dame en toren op het bord,  en vond hij het gezien de achterstand in bedenktijd verstandig om nu zelf remise aan te bieden, en dat aanbod werd aanvaard, 4-1. Achteraf bezien lag de grootste kans op voordeel na 15 zetten, zie diagram. Johan speelde hier het logische 15 Te1, maar miste 15 Da6! Waarna wit in het voordeel komt.

Gert Legemaat zijn tegenstander verraste hem met een Schots gambiet: 1.e4 e5, 2.Pf3 Pc6, 3.d4 exd4, 4.Lc4. Na 4. … Lc5 volgde 5.Pg5 Ph6 6.Pxf7 Pxf7 7.Lxf7, zie diagram. Een paar dagen eerder was op het Amerikaans kampioenschap de partij Liang-Aronian gespeeld en was exact deze variant op het bord gekomen. Het Schots Gambiet is een zeldzame vogel op topniveau, maar Liang wist Aronian er mee te verslaan. Op Gert zijn vraag of die partij hem had geïnspireerd antwoordde hij dat hij dat soort toernooien niet volgde en dat hij zijn wijsheid ontleende aan een boekje van Euwe van meer dan een halve eeuw geleden!

In de diagramstelling gaat de theorie verder met 7. … Kxf7, 8.Dh5+ g6, 9.Dxc5 d5, 10.0-0 dxe4 met een gelijke stand. Gert meende zich echter te herinneren dat zwart het schijnoffer op f7 niet moest accepteren maar in de diagramstelling Kf8 moest spelen. Hij kreeg deze onzin niet uit zijn hoofd en speelde inderdaad Kf8. Enkele volstrekt logische zetten later dacht Gert zijn zaakjes redelijk op orde te hebben maar stond hij in hogere zin eigenlijk verloren. Gelukkig had hij dat helemaal niet in de gaten en zijn tegenstander ook niet en ontsnapte Gert uiteindelijk met een min of meer geforceerde zetherhaling, 4½-1½.

Jaap bij de Vaate met wit spelend, had de eer te mogen aantreden tegen de inmiddels gepensioneerde leraar natuurkunde van Johan de Groot van het gymnasium te Gorinchem. Ook de drie schoonzussen van Jaap’s oudste dochter blijken nog bij deze leraar in de klas te hebben gezeten. Navraag leerde dat hij altijd een zeer goede en bijzonder geziene docent is geweest. 
De schaakpartij ontwikkelde zich langs ongebaande wegen. Al na drie zetten waren beiden op eigen inzicht aangewezen. Na een zet of 20 was er, vanwege het energieke tegenspel van zwart, sprake van een hooguit gelijke stelling. De witte voorzet had dus niet tot enig voordeel geleid. Toen zwart dreigde een pion te veroveren, was Jaap genoodzaakt een grootscheepse stukken-ruil toe te laten. Het leverde hem wel een gunstig toren/loper/pionnen-eindspel op: een extra pionnetje en een betere loper. Een complicatie was wel dat de lopers van ongelijke kleur waren. Het zou dus nog heel wat voeten in aarde hebben gehad om de partij naar winst te voeren. Maar er kwam een abrupt en onbevredigend einde aan de tot dan toe boeiende partij: zwart zette zijn toren op een onbewaakt ogenblik op de diagonaal van zijn koning, hetgeen de kwaliteit kostte. Toen had verder spelen geen zin meer. Door de sympathieke reactie van zwart nadat hij de partij had opgegeven, was er voor Jaap geen reden om met gewetenswroeging huiswaarts te keren, 5½-1½.

Eric Bies kwam na een verwisseling van zetten in een Franse stelling. De stelling werd zeer complex en ging langere tijd gelijk op. Eric miste een tactische kans om materiaal/groot voordeel te behalen, waarop zijn tegenstander meer aanzette en een aanval kreeg. In tijdnood overzag Eric een mooi dame-offer van zijn tegenstander en koos de verkeerde verdedigings-zet waarop hij mat ging i.pv. in een gelijke stelling te belanden, 5½-2½.

De detailuitslagen:
Doorn Driebergen 1 (rat:1905) De Giessen en Linge 1 (rat:1780)5,52,5
1.Bies, E. (Eric)(1994)Vonk, J.J. (Jaco)(2003) 0 1
2. Groot de, J.A. (Johan)(2001)Boot, H. (Henk)(1937) 0,5 0,5
3. Corneth, E. (Erik)(2029)Korevaar, E.L. (Eddy)(1856) 1 0
4. Vaate bij de, J. (Jaap)(2068)Karelse, J.M. (Hans)(1746) 1 0
5. Legemaat, G. (Gerrit)(1892)Rutgers, L.W. (Louis)(1730) 0,5 0,5
6. Midde van, J.P. (Jon)(1908)Wingerden van, A.T. (André)(1708) 1 0
7. Wit de, J.M. (Han)(1559)Capelle, A.L. (Bram)(1625) 0,5 0,5
8.Hoevers, G.J. (Gerrit Jan)(1785)Uittenbogaard, A. (Arjan)(1634) 1 0

Reacties zijn gesloten.