Sv Doorn-Driebergen 1 kampioen!

Op de foto 10 van de 11 spelers die dit jaar meededen. Niet op de foto Gerrit Jan Hoevers

De laatste ronde werd zoals gebruikelijk op 1 locatie gespeeld. Dit jaar weer bij DBC in de Bilt. Vooraf stonden we nog 1 MP en 4 BP voor op nr. 2 Houten 1. De verwachting was dat zelfs 4-4 dit keer ook genoeg zou zijn, omdat Houten 1 dan met 8-0 moest winnen. De belangrijkste wedstrijden werden op elektronische schaakborden gespeeld zodat deze goed te volgen waren in de zaal, kantine en thuis.

Erik Corneth speelt met wit op bord 3 en krijgt een Franse ruilvariant tegen zich. (1.e4 e6 2.d4 d5 3. Pc3 dxe4…). Zwart ontwikkelt snel op de damevleugel maar daardoor blijft zijn koning lang in het centrum. Wit ziet kans met een pion offer de zwarte koning in verlegenheid te brengen. Zwart kiest eieren voor zijn geld en rokeert lang. Op lange termijn is dit niet zo veilig maar zover komt het niet. Er word iets over het hoofd gezien en de zwarte dame gaat verloren, 0-1.

Rik van Drie zijn tegenstander mishandelde de opening een beetje waardoor hij al snel een positioneel voordeel kreeg. In zijn gevecht om onder de druk uit te komen overzag hij dat hij een pion weggaf. Later dacht Rik meer materiaal te kunnen winnen maar door zetverwisseling deed hij dat niet. Zijn pion en positioneel voordeel bleef gewoon aanwezig zodat hij zich geen zorgen hoefde te maken. In het toreneindspel wat op het bord kwam kon hij de koning van zijn tegenstander aan de rand opsluiten. Hij had de keuze om voor mat te spelen maar, hoewel het niet echt reëel was, wilde hij ook geen enkel risico nemen dat zijn tegenstander via een dolle toren op pat kon spelen, dus koos Rik de veilige weg om een pion te laten promoveren. Voordat het zover was gaf zijn tegenstander op, 0-2. Hiermee waren we al halverwege. Houten 1 had namelijk ondertussen ook al een halve punt verloren, zodat nu 4-4 inderdaad genoeg zou zijn.

Jeroen Bollaart kwam niet helemaal lekker uit de opening maar wist in ieder geval een pion te winnen. Vaak moeten we hard werken voor een pionnetje en soms moet je na pionwinst een tijdje nauwkeurig spelen omdat je tegenstander voor die pion compensatie heeft in de vorm van activiteit. De compensatie was in dit geval wel heel groot. In het volgende diagram, na 26. …Th8-e8, heeft wit een leuk zetje waarmee hij zijn pion terug kan winnen en een zeer goede stelling over houdt. De oplossing is 27. Txe7+! Zwart kan dan maar het beste 27. … Txe7 doen. Wit speelt dan 28.Txa8 en heeft een pion terug gewonnen. Wit zag het echter niet meteen en speelde 27.g3. Na Jeroens 27. … f5 had wit weer de kans om op e7 te slaan maar er volgde 28.Kg2 g5 29. Kf3 (voor de derde keer Txe7+ gemist) 29. …Pf8 en toen pas zag wit het: 30. Txe7+ Txe7 31.Txa8. Nadat de torens waren geruild, volgde een eindspel met een loper en 6 pionnen voor wit en een paard en 5 pionnen voor zwart. Jeroen wist de pionnen te ruilen en gaf zijn paard voor de één na laatste pion. Wat overbleef, naast de twee koningen, was een witte a-pion en een witte loper van de zwarte velden. Doordat de zwarte koning eenvoudig naar a8 kon lopen en wit de ‘verkeerde loper’ had, was het remise. ½-2½.

Eric Bies kreeg na een gelijk opgaande partij langzaam aan een koningsaanval. Deze had beslissend moeten zijn, maar hij was toch wat minder geconcentreerd dan anders door alle spanning en een scherm vol digitale borden die vlak voor hem hing. Na een stuk gewonnen te hebben i.p.v. een mataanval glipte toch de winst uit handen. Hij koos daarop voor een eeuwig schaak vervolg, 1-3.

Gert Legemaat kreeg met zwart klassiek nimzo-indisch op het bord (met 4.Dc2). De stelling transformeerde naar een stelling uit de ruilvariant van het orthodox damegambiet, waarbij wit het van een minderheidsaanval op de damevleugel moet hebben en zwart zijn heil moet zoeken op de koningsvleugel. Op een bepaald moment kon hij een torenoffer plegen, wat hem 4 pionnen op zou leveren en een kale vijandelijke koning, maar hij durfde het uiteindelijk toch niet aan. Er was geen directe winst en Gert vreesde dat als de witte koning eenmaal veilig op de damevleugel was beland dat een toren minder misschien toch teveel van het goede zou zijn. In het vervolg van de partij probeerde zijn tegenstander zijn initiatief op de damevleugel wat al te doldriest in een winnende aanval om te zetten. Het stukoffer waarmee dat gepaard ging was incorrect waardoor Gert glad gewonnen kwam te staan. Ook Gert liet de winst door “suboptimale” zetten liggen. Het remise aanbod kon hij wel met een gerust hart aannemen gezien de stand op de overige borden, 1½-3½.

Wim van den Bosch met zwart een gelijk opgaande Siciliaan; Najdorf-variant met 6. Le2. Na de 55-ste zet van wit, in wederzijdse tijdnood, stond het als volgt: Hij speelde 55. …. Ta4 schaak, sloeg het paard en won de pion op e5. Op dat moment was de stand 3½-1½ voor ons. Om niet door de tijd of een blunder verrast te worden bood Wim dus remise aan, 2-4. Bij correct spel is het inderdaad remise omdat de witte koning aan de goede kant van de zwarte pion staat. Pas later ontdekte hij dat de eerdere stelling gewonnen is: 55. …. Tf3! Als wit de toren zet dan gaat het paard verloren na 56. … Txf4. Wit moet dus 56. Kc5 spelen waarop Lxe5 gevolgd door Kxe5 winnend is (de witte koning staat nu verkeerd). En hiermee waren we dus al kampioen!

Arnoud Huibers z’n bord stond in vuur en vlam tijdens het middenspel en dat koste beide spelers veel tijd. Arnoud trok aan het langste eind, veroverde twee pionnen maar in tijdnood moest hij door een slordige zet één pion weer inleveren. Het eindspel met lopers van ongelijke kleur was daarom honderd procent remise, 2½- 4½.

Johan de Groot hanteerde vanuit een Siciliaanse opening als strategie om af te wikkelen naar een gunstig eindspel. De zwarte pionnen waren inderdaad zwak, maar met een paard op d4 probeerde zijn tegenstander tegenspel te creëren. Johan veroverde een pion op h5 en kon met zijn eigen h-pion doorlopen naar h7, ondersteund door de beide torens. Hij bereikte een gewonnen stelling, maar miste de juiste afwikkeling waardoor zwart tegenkansen leek te krijgen met zijn toren. Daarom offerde Johan in de tijdnoodfase de kwaliteit om met zijn verbonden vrijpionnen op de c- en d-lijn te gaan lopen, ondersteund door de loper. Zwart had remisekansen, maar greep die niet, en Johan slaagde er in de promotie van zijn pion -en daarmee de promotie van Doorn-Driebergen- onstuitbaar te maken, 2½-5½.

Een ruime overwinning waarmee we dit seizoen met een zeer goed gevoel afsloten. Op naar de hoofdklasse voor het eerst in het bestaan van DoornDriebergen. Achteraf bleek onze grootste concurrent Houten 1 met 4-4 gelijk gespeeld te hebben.

De detailuitslagen:
U.C.S. De Rode Loper 2 S.V. Doorn-Driebergen 12,55,5
1.Regeling, C.N. (Chris)(1756)Groot de, J.A. (Johan)(2035) 0 1
2. Scholten, M. (Marcel)(1758)Bies, E. (Eric)(1989) 0,5 0,5
3. Weise, D. (Daniel)(1816)Corneth, E. (Erik)(1937) 0 1
4. Weelink, J. (Jeroen)(1754)Legemaat, G. (Gerrit)(1944) 0,5 0,5
5. Hoek van, W.J. (Wim)(1777)Huibers, A.A.J.M. (Arnoud)(1817) 0,5 0,5
6. Heesen, J.H.W. (Jos)(1813)Bollaart, J.A.L. (Jeroen)(1903) 0,5 0,5
7. Attinger, R.R. (Roman)(1662)Drie van, R. (Rik)(1907) 0 1
8.Aldenberg, H. (Hendrik)(1698)Bosch van den, W. (Wim)(1743) 0,5 0,5

Zie ook http://www.sgs-schaakbond.nl/?p=4357  en https://photos.app.goo.gl/y8sogxZ2xyfwEAEz7 

Reacties zijn gesloten.