2012-2013


HET EERSTE ACHTTAL, SEIZOEN 2012-2013

De eindstand in de 1e klasse B:

Rang Team Gesp. Winst Gelijk Verlies Punten Bordpnt.
 1  Oud Zuylen 2 9 7 2 0 16 48
 2  Rivierenland 1 9 8 0 1 16 45½
 3  Paul Keres 5 9 6 1 2 13 43
 4  De Giessen en Linge 2 9 6 0 3 12 36½
 5  Moira-Domtoren 2 9 5 1 3 11 38½
 6  Doorn-Driebergen 1 9 4 0 5 8 35½
 7  ZZC 1 9 3 0 6 6 31
 8  Vianen 1 9 1 3 5 5 29½
 9  Nw Amelisweerd 1 9 1 0 8 2 29½
10  Utrecht 4 9 0 1 8 1 23
               

De persoonlijke scores:

Spelers Partijen Punten
 Gert Legemaat 9 6
 Rik van Drie 8 5
 Johan de Groot 9 5
 Jos Derksen 6 4
 Peter Egelie 8 4
 Gerrit Jan Hoevers 9 4
 Rob van Vuurde 9 4
 Joost Zwaan 8
 Ronald Stomphorst 1 0
 Jan van Ruler 2 0
 Meinko Ronner 3 0

Het mocht 3½-4½ zijn, het werd 4½-3½

Er degraderen dit jaar in onze klasse maar liefst drie teams en dus waren we in onze laatste wedstrijd nog niet helemaal veilig. Vianen was een concurrent en moest winnen, wij hadden een punt meer en mochten zelfs met 3½-4½ verliezen. We deden onze sportieve plicht.

Aanvankelijk ging de strijd gelijk op: drie remises. Johan de Groot kreeg te maken met een loperoffer op h6 maar verdedigde zich sterk. Zijn tegenstander koos eieren voor zijn geld via herhaling van zetten. Gert Legemaat speelde een degelijke remise in een ‘stonewallachtigiets’. Rob van Vuurde won een pion in de opening maar moest voorzichtig manoeuvreren. Ook remise, de laatste in deze wedstrijd.

Jos Derksen was goed voor het eerste volle punt. Hij overspeelde zijn tegenstander in het eindspel, profiterend van een excentrische koning. Daarna bracht Gerrit Jan Hoevers ons op 3½ punt en dus in veiligheid. Hij had zijn dame ingeruild voor twee torens en een paard. De winst in de wedstrijd kwam van Rik van Drie. In het eindspel, met twee pionnen die opgerukt waren naar a6 en b6, kon hij zelfs zijn toren in de aanbieding doen. Zijn tegenstander had daar geen trek meer in. Bleef over Joost Zwaan. Hij had zich verslikt in het Morragambiet – het moet geen trend worden – en al vroeg een stuk verloren. Maar Joost is een vechter en hij heeft zijn huid duur verkocht. Helaas mocht dat niet baten.

Zo eindigen we met acht punten in de middenmoot. Volgend jaar maken we het minder spannend en scoren we onze punten in de eerste helft van de competitie.

Doorn-Driebergen 1 Vianen 1 4½ – 3½
1. Johan de Groot 1956 Steven Bastiaans 1864 remise
2. Gert Legemaat 1883 Aart Baas 1934 remise
3. Gerrit Jan Hoevers 1841 H. van Dyk 1823 1 – 0
4. Rik van Drie 1853 J. Jansen 1745 1 – 0
5. Joost Zwaan 1752 C. Visser 1908 0 – 1
6. Rob van Vuurde 1760 Ron de Haas 1726 remise
7. Peter Egelie 1694 Charlotte Moons 1763 0 – 1
8. Jos Derksen 1676 Jos Bakker 1533 1 – 0

Een kwallenplaag in Utrecht

Het was spannender dan de uitslag doet vermoeden. Niet alleen hield Nieuw Amelisweerd ons lang op een 2-2 stand, de stellingen op de resterende borden oogden buitengewoon scherp. Met enige tegenwind had de uitslag heel anders kunnen uitvallen. De wind kwam gelukkig uit het oosten, dat was ook te zien aan de vele kwallen die er die avond in de bossen van Amelisweerd aanspoelden.

Joost Zwaan won als eerste een kwaliteit en repte zich vervolgens vlot naar winst. De voorsprong werd teniet gedaan doordat Rob van Vuurde zich verslikte in het Morragambiet van zijn tegenstander en hardhandig werd gevloerd. We kwamen zelfs op achterstand toen Peter Egelie mat ging; hij had al zijn stukken naar de onderste twee rijen laten terugdringen. Gelukkig herstelde Gert Legemaat het evenwicht. Ook hij won een kwaliteit en kon met matdreigingen het materiële overwicht onoverkomelijk maken.

Daarna was het lang wachten op de volgende punten. Rik van Drie bracht het eerste punt binnen. Dat begon met, hoe kan het anders, een kwal en eindigde met een aardige combinatie die zijn tegenstander de dame kostte. Jos Derksen stond vrijwel de hele partij goed maar pas toen zijn tegenstander een kwaliteit weggaf kwam ook zijn vis op het droge.

En dan Gerrit Jan Hoevers. Zelden zoiets gezien. Hij had de vijandelijke dame vastgepind op het veld h8. De bewakers: pionnen op f6 en g5 en een loper op h6. Slechts een zwart paard op e8 kon verhinderen dat de loper naar g7 ging. Om die stelling te bereiken had Gerrit Jan een stuk geofferd, maar eigenlijk was dat een grote kwal want de loper op h6 kon een eveneens vastgepinde toren op f8 slaan, als hij dat zou willen. Deze situatie bleef minstens twintig zetten op het bord, zo lang als nodig was om de witte dame daarheen te manoeuvreren dat mat op f8 onvermijdelijk werd. Een partij om in te lijsten. De stand was nu 5-2. Voor het halve puntje dat Johan de Groot er aan toevoegde had hij geen kwal nodig.

Nieuw Amelisweerd Doorn-Driebergen 1 2½ – 5½
1. H.S. Gemert 1994 Johan de Groot 1946 remise
2. Jan Bettman 1873 Gert Legemaat 1854 0 – 1
3. Ernest de Vroome 1822 Gerrit Jan Hoevers 1877 0 – 1
4. Jos Kloppenburg 1779 Rik van Drie 1867 0 – 1
5. Gerrit Jan Bakker Joost Zwaan 1760 0 – 1
6. Hans Koren 1724 Rob van Vuurde 1748 1 – 0
7. A. Maartense 1740 Peter Egelie 1673 1 – 0
8. Koen Noordewier 1462 Jos Derksen 1676 0 – 1

Massakamp in Giessenburg: 8-8

Het was weer raak: file aangekondigd op de A27. We konden kiezen. Chauffeur Gert koos voor de file, chauffeur Rob, gesecondeerd door regiokenner Johan, prefereerde het binnenland. De file won met twintig minuten voorsprong. Bij aankomst konden we ons derde achttal begroeten dat tegen het vierde van De Giessen en Linge mocht aantreden. Het werd dus een massakamp die in een 8-8 gelijkspel eindigde. Wat niet wegneemt dat wij met 4½-3½ verloren.

Het begon al niet goed. Gerrit Jan Hoevers heeft extern nog niet de vorm van intern en verslikte zich in zijn gesloten Siciliaan. Een zwakte op e3 werd hem fataal. Daarna liepen we naar een 2½-½ achterstand. Meinko Ronner offerde een pion, maar toen de compensatie wegkwijnde en hij ging forceren kwam het einde snel. Intussen had Peter Egelie (zwak intern, sterk extern) de nul met een halfje weggewerkt.

Maar daarna toonden we veerkracht. Gert Legemaat gebruikte zijn Benoni om eerst één en vervolgens twee pionnen te annexeren. Het was genoeg. En Rob van Vuurde bestreed zijn eigen systeem met een torenoffer op h3 waarvoor achteraf zelfs Herr Fritz een goedkeurend knikje over had.

We stonden gelijk en dat bleef het doordat Johan de Groot zijn sterke tegenstander (een eenentwintighonderder) remise afdwong. Toch zag het er somber uit. Joost stond verloren met een stel pionnen achter, terwijl Rik van Drie tegen zijn talentvolle tegenstandster voor remise moest knokken. En zo gebeurde het ook. We liepen voor de derde keer dit seizoen tegen de kleinst mogelijke nederlaag op. Wel goed voor de bordpunten.

De Giessen en Linge 2 Doorn-Driebergen 1 4½ – 3½
1. Marcel Wildschut 2133 Johan de Groot 1946 remise
2. Eddy Korevaar 1869 Gert Legemaat 1854 0 – 1
3. Zdravko Kalas 1756 Gerrit Jan Hoevers 1877 1 – 0
4. Milly Schakel 1856 Rik van Drie 1867 remise
5. Louis Rutgers 1720 Joost Zwaan 1760 1 – 0
6. Tony Else 1808 Rob van Vuurde 1748 0 – 1
7. Marius de Wit 1743 Peter Egelie 1673 remise
8. Hans Karelse 1795 Meinko Ronner 1658 1 – 0

Nu eens zelf in de rol van de beul

Na enkele keren afgeslacht te zijn voelde het goed nu eens zelf het abattoir te mogen inrichten. Het zonder punten onderaan staande Utrecht 4, dat het bovendien zonder kopman Jon van Midde moest stellen, leek bij voorbaat een geschikt lijdend voorwerp. Het lukte, maar de rol was ons niet op het lijf geschreven.
We liepen binnen het uur naar een 3-0 voorsprong. De lage borden van onze gasten speelden overeenkomstig hun rating. Jos was het eerste klaar: 33 zetten binnen een uur tegen het (nog) jongere broertje van Quirijn, die we van het oliebollentoernooi kenden. Rob van Vuurde en Peter Egelie volgden rap daarna. Maar de race was nog niet gelopen. De borden 1-5 hadden het lastig, sommige stonden onder zware druk.
Maar het zat ons niet tegen.

Johan de Groot kreeg in een tamelijk gelijke stand opeens een kwaliteit en twee pionnen in de schoot geworpen. Pijnlijk voor zijn tegenstander, Gerard Verholt, die in zijn jonge jaren in het eerste van de SC Utrecht speelde en toen vele toernooien op zijn naam schreef waaronder het jubileumtoernooi van onze club in 1969! Het beslissende halve punt kwam van Rik van Drie nadat beide spelers enkele keren een remiseaanbod hadden afgeslagen.

Ondanks de stand werd er aan de overgebleven borden onverminderd fel doorgestreden. Vooral Gerrit Jan Hoevers en Joost Zwaan zochten het scherp van de snede op. Gerrit Jan wist zich via een kwaliteitsoffer aan de zware druk van zijn tegenstander te onttrekken. Zijn aanval leek winnend, maar hij verzuimde een stuk te pakken en verloor alsnog. Joost stond lang goed maar combineerde zich, ondanks de tijdnood van zijn tegenstander, naar een verloren stelling. De vlag van zijn tegenstander viel, was het na de 39e of 40e zet. Reconstructie leek nodig: het was na de 40e zet. De reglementen erbij gehaald: toch verloren, want Joost had zijn klok nog niet ingedrukt. Inmiddels had Legemaat ook zijn partij gewonnen, na een zware partij. Hij was net iets handiger in het eindspel. Daarmee boekten we een forse overwinning, maar een slachtpartij was het niet.

Doorn-Driebergen 1 Utrecht 4 6½ – 1½
1. Johan de Groot 1946 Gerard Verholt 1801 1 – 0
2. Gert Legemaat 1854 Gerard van Steenderen 1753 1 – 0
3. Gerrit Jan Hoevers 1877 Hans van Lent 1724 0 – 1
4. Rik van Drie 1867 Istvan Kleijn 1541 remise
5. Joost Zwaan 1760 Rico van der Pol 1673 1 – 0
6. Rob van Vuurde 1748 Peter de Graaf 1392 1 – 0
7. Peter Egelie 1673 Steven Vugteveen 1274 1 – 0
8. Jos Derksen 1676 Tobias van Toledo 1 – 0

Een slachtpartij in het Huis aan de Werf

We kunnen kort zijn over de wedstrijd in Utrecht tegen Oud Zuylen 2. Onze gastheren hadden hun nieuwe onderkomen, het Huis aan de Werf, voor de gelegenheid omgebouwd tot een abattoir. We werden naar de slachtbank geleid.

In deze nare omstandigheden zijn slechts twee partijen het vermelden waard. Gert Legemaat scoorde aan bord 2 een dikke plusremise. Was het een voordeel dat hij tegen een invaller aantrad? Voor aanvang van de partij moest hem nog uitgelegd worden hoe het met de tijdcontrole zat. In het Engels! Nieuwsgierig geworden kregen we te horen dat van deze invaller veel werd verwacht; hij zou een rating van rond de 2100 hebben. Gelukkig wist Gert van niets en ging hij voor het volle punt. Maar het toreneindspel met drie pionnen tegenover twee viel niet te winnen.

Een fraaie prestatie, maar het was Peter Egelie die de show stal. Hij had de hele avond beroerd gestaan om ten slotte in een toreneindspel met drie, soms vier, pionnen minder terecht te komen. Plaatsvervangende schaamte maakte zich van ons meester: waarom speelde hij door? Maar “de tovenaar uit Zeist” (Gert) ging onverstoorbaar verder, ervan overtuigd dat drie pionnen langzamer lopen dan één. En gelijk kreeg hij. Ondersteund door zijn koning zette zijn opgerukte pion de vijandelijke toren onwrikbaar vast. Promoveren was niet eens nodig. Het werd gewoon mat.

Oud Zuylen 2 Doorn-Driebergen 1 6½ – 1½
1. Ed van Eeden 2071 Johan de Groot 1946 1 – 0
2. Babis Lazardis Gert Legemaat 1854 remise
3. Frank Tempelman 1811 Gerrit Jan Hoevers 1877 1 – 0
4. Wout van Goor 1870 Rob van Vuurde 1748 1 – 0
5. Huib Olij 1925 Joost Zwaan 1760 1 – 0
6. Harm Verbeek 1749 Jan van ruler 1710 1 – 0
7. Frans Westermann 1797 Peter Egelie 1673 0 – 1
8. Erik Corneth 1743 Meinko Ronner 1658 1 – 0

Het is verboden te winnen van Rivierenland

Het blijft een “Angstgegner”, die club uit de Betuwe. Van ze winnen kunnen we niet, al scheelde het deze keer niet veel. Enigszins ongelukkige nederlagen van de beide invallers deden ons de das om. We keken lang tegen een ½-1½ achterstand aan. Rob van Vuurde en zijn tegenstander begroeven hun niet geslepen strijdbijlen al na twaalf zetten. Dat Ronald Stomphorst nog wedstrijdritme mist, bleek toen hij even een penning vergat. Het kostte hem een toren en de partij. Daarna was het lang wachten op de volgende punten, en die zouden niet naar ons gaan.

Rik van Drie was de eerstvolgende die het hoofd moest buigen. Met twee stukken tegen een toren moest hij met lede ogen aanzien hoe de torens van zijn tegenstander de zevende (lees tweede) rij bezetten en zijn koningsstelling oprolden. Daarna was het de beurt aan Meinko Ronner. De langdurige koningsaanval van zijn tegenstander was meer optisch dan reëel, alleen…Meinko vergat de klok en ging geheel onnodig door zijn vlag.

Het stond ½-3½ en alleen als Johan de Groot, Gerrit Jan Hoevers en Gert Legemaat alle drie zouden winnen was er uitzicht op een gelijkspel. De partij van Joost Zwaan was namelijk volledig dichtgeslibd. Dat perspectief verdween al gauw. Spelend met zwart had Gert een verbonden vrijpion op d3 verkregen, maar daar stond een sterk vijandelijk paard op d5 tegenover die de zaak afsloot. Gert moest genoegen nemen met remise. De andere twee partijen verliepen naar verwachting. Gerrit Jan Hoevers demonstreerde hoe drie verbonden vrijpionnen zich niet door koning en paard laten tegenhouden. Johan had al vroeg in een Franse opening zijn dame op g7 laten inslaan, maar de verwachte snelle winst bleef uit. Na een lange worsteling zou uiteindelijk toch het pluspionnetje de doorslag geven. Zo kwam hij als laatste klaar want de tegenstander van Joost had kort daarvoor besloten genoegen te nemen met het winnende halfje.

Doorn-Driebergen 1 Rivierenland 1 3½ – 4½
1. Gert Legemaat 1860 Evert Aalten 2037 remise
2. Johan de Groot 1955 Rudy Veenhoff 1889 1 – 0
3. Gerrit Jan Hoevers 1898 Jasper Straaten 1922 1 – 0
4. Rik van Drie 1871 Gert Kampstra 1913 0 – 1
5. Joost Zwaan 1749 Wim Kruimer 1831 remise
6. Rob van Vuurde 1759 Rob Disselhoff 1861 remise
7. Ronald Stomphorst 1717 Jorge Garcia 1746 0 – 1
8. Meinko Ronner 1621 Menno Visser 1796 0 – 1

Paul Keres een handje geholpen

We rekenden vooraf op zware tegenstand. Een vergelijking van de ratingcijfers liet zien dat Paul Keres in de breedte heel sterk is. Voor lager dan 1700 deden ze het niet. De vraag was of onze topborden dat konden compenseren. Dat hadden ze gekund, achteraf gezien, met 4-0. Maar het liep anders.

Er stond lang een 2-2 tussenstand op het denkbeeldige scorebord. Peter Egelie tekende het eerste punt aan. Een mooie koningsaanval rondde hij, enigszins geholpen door zijn tegenstander, met mat af. Er leken meer punten te volgen. Johan de Groot en Gerrit Jan Hoevers hadden eveneens een fraaie koningsaanval opgezet. Maar wat Johan bekwaam lukte ging bij Gerrit Jan finaal mis. Vertrouwend op een matcombinatie liet hij een pion van zijn tegenstander promoveren. Het mat bleek te lekken en Gerrit Jan kon opgeven. Het werd 2-2 toen Jos Derksen onder de zware druk van zijn tegenstander bezweek.

Datzelfde deed een uur later Rob van Vuurde. Hij had de hele partij slechter gestaan, maar leek nog weg te komen in een toreneindspel met een (dubbel)pion minder. Het mocht niet zo zijn. Een niet verwachte tegenslag was de nederlaag van topscorer Rik van Drie. Hij gaf in gewonnen stelling pardoes een loper weg. Opeens stonden we met 4-2 achter. Een gelijkspel leek moeilijk haalbaar. Weliswaar stond Gert Legemaat gewonnen, maar voor Joost Zwaan zat er niet meer dan remise in. Hij berustte daarin, waarna het nog lang wachten was tot de tegenstander van Gert het zinloze van zijn valse hoop inzag.

Paul Keres 5 Doorn-Driebergen 1 4½ – 3½
1. Ger Hageman 1866 Johan de Groot 1955 0 – 1
2. Jan Teuben 1894 Gert Legemaat 1860 0 – 1
3. Conrad Kiers 1832 Gerrit Jan Hoevers 1898 1 – 0
4. Erik Verlinde 1888 Rik van Drie 1871 1 – 0
5. Jeroen Bollaart 1891 Joost Zwaan 1749 remise
6. Dies de Dreu 1824 Rob van Vuurde 1759 1 – 0
7. Gerard Halve 1762 Peter Egelie 1636 0 – 1
8. Frank Heinen 1751 Jos Derksen 1688 1 – 0

Herstel tegen de Zuilichem-Zaltbommel Combinatie

Met een ruime overwinning op onze gasten uit Zuilichem herstelden we ons van de slechte competitiestart. En passant namen we revanche voor de nipte nederlaag die we aan het slot van het vorige seizoen tegen hen leden. Het lijkt dat ZZC zwakker is geworden, vooral in de breedte. Een enigszins tactische opstelling kon dat niet maskeren.

Na een rustige remise van Peter Egelie zorgde Rob van Vuurde ervoor dat we op voorsprong kwamen en die zouden we niet meer uit handen geven. Het werd 2-1 toen Gerrit Jan Hoevers in een vastgelopen stelling het remiseaanbod van zijn tegenstander aanvaardde. Daarna duurde het geruime tijd alvorens een dubbelslag ons op 4-1 bracht. Jos Derksen stond al twee pionnen voor en met twee torens op de zevende rij was het matnet snel gesponnen. Rik van Drie had wijselijk een remiseaanbod van zijn tegenstander afgeslagen en wist na dameruil de beide lopers van zijn tegenstander volledig klem te zetten. Het was genoeg voor de winst.

De vraag was wie van de drie het benodigde halve puntje zou aanleveren. Dat was nog niet zo duidelijk. Johan de Groot en Gert Legemaat waren allebei in een lastig toreneindspel terechtgekomen en Joost Zwaan had een pion minder in een dame-eindspel. Ze streden voor wat ze waard waren en kregen loon naar werk: alle drie partijen eindigden in remise waardoor het nog een ruime overwinning werd.

Doorn-Driebergen 1 ZZC 1 5½ – 2½
1. Johan de Groot 1955 Ed Faber 1948 remise
2. Gert Legemaat 1860 M. van Ansenwoude 1892 remise
3. Gerrit Jan Hoevers 1898 Wim van Oostrum 1799 remise
4. Rik van Drie 1871 Marcel Pulles 1468 1 – 0
5. Joost Zwaan 1749 Gijs van Breukelen 1939 remise
6. Rob van Vuurde 1759 Peter Remie 1741 1 – 0
7. Peter Egelie 1636 Ben van Ginkel 1617 remise
8. Jos Derksen 1688 Jan Willem Verhoeven 1544 1 – 0

Afgedroogd door het tweede van Moira Domtoren

Van tevoren rekenden we op een ruime overwinning tegen het tweede achttal van Moira Domtoren. Het werd inderdaad een grote uitslag, zij het niet in ons voordeel: we werden met 6½-1½ afgedroogd! We mogen ons dat aanrekenen, ook omdat we aan zes van de acht borden een hogere rating hadden. Nu zegt dat niet alles. Zo moest Gert tegen een buitengewoon jeugdig talentje spelen wiens lage rating in geen verhouding stond tot zijn speelsterkte. Het verloop van de wedstrijd ging op het scorebord aanvankelijk gelijk op. Traditiegetrouw was Jan van Ruler het eerste klaar. Hij beklaagde zich erover dat zijn tegenstander met het verouderde koningsgambiet aan kwam zetten. Debutant Rik van Drie trok de stand gelijk met een overtuigende winstpartij. Toen zijn tegenstander in een mindere stelling risico’s ging nemen was het gauw met hem gedaan.

Het scorebord was bedrieglijk want op alle schaakborden stonden we slecht. Jos Derksen en Rob van Vuurde bogen ongeveer gelijktijdig het hoofd na een vrij kansloze partij gespeeld te hebben. Daarna vijzelde Gerrit Jan Hoevers de score nog met een half puntje op door in een dameeindspel met een pion minder pat te forceren! Verder kwamen we niet. Johan de Groot had aan zijn afgeslagen koningsaanval een stuk minder over gehouden en redde het niet. Gert Legemaat capituleerde toen zijn jeugdige tegenstander knap via een kwaliteitsoffer een pion naar promotie voerde. Als laatste krijger bleef Peter Egelie over. Hij streed al een paar uur met twee pionnen minder voor een verloren zaak. Het gehoopte wonder bleef uit.

Welke les moeten we trekken uit deze beschamende nederlaag? Misschien dat het toch niet zo verstandig is om twee avonden achter elkaar een competitiewedstrijd te spelen. Is het toeval dat degenen die in Utrecht voor de punten zorgden, allebei de avond tevoren niet geschaakt hadden?

Moira Domtoren 2 Doorn-Driebergen 1 6½ – 1½
1. Johnny de Kraker 1770 Johan de Groot 1955 1 – 0
2. Sebastian Halfhide 1595 Gert Legemaat 1860 1 – 0
3. Gavin Wallace 1812 Gerrit Jan Hoevers 1898 remise
4. Maarten Mellegers 1649 Rik van Drie 1871 0 – 1
5. Wouter Le Fevre 1733 Peter Egelie 1636 1 – 0
6. Hans Reiff 1772 Jos Derksen 1688 1 – 0
7. Kees Pafort 1746 Rob van Vuurde 1759 1 – 0
8. Jorn van Beek 1728 Jan van Ruler 1731 1 – 0

 

 

 


Reacties zijn gesloten.