Ruim vijf maanden na de COVID-19 uitbraak kon er donderdagavond 27 augustus weer geschaakt worden in club-verband. Traditiegetrouw werd het seizoen gestart met het Henk Strijland toernooi.
Een paar dagen heb ik in dubio gestaan of ik wel zou gaan. Zou het veilig genoeg zijn qua besmettingsrisico? Enfin, het bloed kroop uiteindelijk waar het niet gaan kon en ik besloot te gaan. Benieuwd naar welke maatregelen er waren getroffen viel in de zaal waar de tafels stonden direct op, dat er veel ruimte was tussen de tafels. De looprichting was duidelijk aangegeven en op iedere tafel stond de bekende handgel om de handen te ontsmetten. De ramen stonden open en er leek voldoende ventilatie hierdoor. Ook in de ruimte waar de bar staat, bleek uit de opstelling van de tafels en de stoelen duidelijk dat er nagedacht was over ‘het anderhalve meter issue’. Prima gedaan!
Om anderhalve meter te creëren tussen de spelers tijdens een partij, was gekozen voor deze opstelling: de stoelen stonden aan de kopse kant van de langgerekte tafels en het bord was in het midden gezet. In de loop van de avond kozen sommige spelers ervoor om – in onderling overleg – de oude opstelling te nemen: dichter op het bord zitten en daarmee dus ook dichter bij elkaar. Hier en daar was voorafgaand aan de wedstrijd te horen “schaken we met korte- of met lange arm?”. Dit leek telkens soepel opgelost te worden. In zijn toelichting op hoe we omgaan met de Corona-maatregelen tijdens de komende clubavonden, wanneer er meer deelnemers zijn, (gisteren waren dat er zestien) liet de voorzitter Peter Rijsdijk weten, dat de beheerder van Nieuw Salem alle zalen beschikbaar stelt voor SV Doorn-Driebergen, zodat er ook bij meer deelnemers voldoende ruimte kan worden gecreëerd.
